Bij mijn loopbaanwissel van arts-assistent in opleiding tot Anesthesioloog, naar Integrative Medicine arts voor kinderen kwam en komt nog steeds de nodige om- en nascholing kijken. Niet alleen vind ik het belangrijk om kwaliteit te leveren, ook en juist in de complementaire hoek vind ik de opleidingen reuze interessant. Een collega-arts en vriendin die de Orthomoleculaire opleiding had gedaan, vertelde mij dat zij tijdens deze opleiding pas echt het gevoel had gekregen Geneeskunde te studeren. Ik vond dit nogal een indrukwekkende uitspraak na zes jaar geneeskundestudie, de huisartsenopleiding en jaren als huisarts werkzaam te zijn geweest. Het maakte mij nieuwsgierig. Ik was zelf ook al een aantal malen in aanraking gekomen met Orthomoleculaire Geneeskunde door lezingen van bioloog en botanicus Gabriel Devriendt. Deze waren niet alleen bijzonder inspirerend – de man is een gedreven spreker – maar zij maakten ook dat ik mijn kijk op het lichaam, ziekte en gezondheid drastisch moest aanpassen ten opzichte van wat ik had geleerd.
Zoals met de meeste dingen, ging ik eerst voor mijzelf eens kijken wat deze geneeskunde te bieden had na jaren in het ziekenhuis werken, de diensten, de rouw om mijn overleden moeder en nog wat ingrijpende zaken. Al ging ik mij steeds beter voelen, ook fysiek, ik besloot toch op consult te gaan bij een orthomoleculair arts. Dit deed ik in het kader van ‘je kunt veel beter voor anderen zorgen als je eerst goed voor jezelf zorgt’ én met een onderzoekende blik voor mijn eigen praktijk. Ik at al steeds ‘beter’ naarmate ik meer integraal was gaan werken. Het waren geen kant-en-klaar maaltijden meer, iets wat ik voor en na diensten in het ziekenhuis vaak had gedaan uit overwegingen van tijdsbesparing en gemak. Het hoefde niet meer in een paar minuten naar binnen geschrokt omdat ik niet elke seconde meer ‘weggepiept’ kon worden. Ik at al zoveel mogelijk onbewerkt en biologisch omdat ik dat gewoon lekkerder vond en dat voelde beter. Kortom, ik had zelf al wat stappen gemaakt ook al waren het telkens kleine stappen en ging een nieuwe stap altijd met de nodige weerstand gepaard. Ik was redelijk gehecht geraakt aan mijn snelle, drukke bestaan en ook bijbehorende voeding en eetgewoontes.
De betreffende orthomoleculair arts nam een uitgebreide anamnese af en stuurde mij naar huis met voedingsadviezen, magnesium en B-vitamines. En ik weet nog steeds hoe ik binnen een paar dagen Magnesium en B-vitamines mij een ander mens begon te voelen, niet een beetje maar echt een ander mens, een fitter mens. Ik kon mij weer beter concentreren, ik sliep beter en ik was minder moe. Ik vond dit opmerkelijk en ik wilde hier meer over weten. Ik ging erover lezen, ik sprak nog eens met de orthomoleculair arts, ik bezocht nog een lezing en eigenlijk was het allemaal heel simpel en logisch. Het kwam erop neer, dat het lichaam bouwstenen nodig heeft voor alle stofjes en voor alle processen. Dat het maag-darm stelsel, de gezondheid ervan en opnamecapaciteit, hiervoor essentieel zijn. Dat als je stress hebt of hebt gehad, ziek bent of bent geweest, je lichaam meer bouwstenen verbruikt en dus meer of andere bouwstenen nodig heeft en dat wij bouwstenen uit onze voeding halen. Nu kun je je afvragen wat hieraan nieuw was voor mij omdat ik geneeskunde heb gestudeerd maar de voeding was van de diëtetiek, niet van de geneeskunde, en wij leerden eigenlijk weinig tot niet over voeding.
Ik bezocht en bezoek nog steeds reguliere symposia en lezingen en het begon mij steeds meer op te vallen dat er over medicijnen gesproken wordt, over ziektes, diagnoses, hormonen maar er wordt niet gesproken over voeding. Er wordt niet over bouwstenen gesproken.
Ook merkte ik dat de kinderen die bij mij in de praktijk kwamen vaak veel stress hebben en dat zij medicijnen krijgen en dat zij soms van alles níet mogen eten omdat zij intoleranties hebben maar dat hun ouders sommige basale elementen van ‘gezonde’ voeding en wat deze kinderen beter wél kunnen eten, missen. Ook begon ik mij nog meer af te vragen over hoe ik zelf eigenlijk eet. Ik had al wat stappen gezet, maar kon ik mij nog beter voelen? En kon ik mij ook goed blijven voelen in tijden van stress? Of kon ik stress voorkomen met voeding?
Met al deze vragen en de nodige nieuwsgierigheid gaf ik mij op voor de module Orthomoleculaire voedingsleer bij een van de opleidingen, de Natura Foundation, om er meer over te leren en om mijn consulten eventueel aan te kunnen vullen met Orthomoleculaire adviezen.
Zo zat ik januari jongstleden weer eens in de schoolbanken. In een grote zaal in Numansdorp als één van de ongeveer 50 deelnemers, met zeer uiteenlopende achtergronden van arts, therapeut, tot bankmedewerker of personal trainer. Zo zaten wij bij elkaar in deze opleiding die mijn collega destijds het gevoel had gegeven eindelijk geneeskunde te leren.
Naast de overige contacten vonden de artsen elkáár natuurlijk al snel. Wij waren met zijn vijven: een huisarts, een arts-assistent interne geneeskunde, een oncoloog, een radiotherapeut en ikzelf als basisarts. Hoewel ik in het begin van mijn ommezwaai nog geregeld wat voorzichtig in complementaire opleidingen zat, was ik inmiddels zo ver dat ik voor mijzelf wist dat ik, met een gezonde kritische blik maar met een open mind, meer bereikte. Van de zes indrukwekkende lesdagen, weet ik naast de inhoudelijke informatie, nog precies de kleur van de ogen van mijn collega-artsen en hun gezichtsuitdrukkingen. Want onze ogen zochten elkaar geregeld op. Wanneer er zaken uitgelegd werden, vragen gesteld werden, keken wij elkaar zoekend aan. ‘Zouden wij dit niet moeten weten? Hebben wij dit ooit geleerd?’. Om vaak tot de conclusie te komen dat, nee, wij dit niet hadden geleerd. De meeste zaken die wij hier hoorden over gezondheid, voeding, preventie, leefstijl waren geheel nieuw voor ons. Terwijl het voelde als zijnde een basis voor geneeskunde. Want wat geef ik mijzelf te eten, hoe blijf ik gezond, hoe anders moet ik eten als ik stress heb, hoe voorkom ik stress en waarom is dit eigenlijk zo. Al deze zaken waren relatief nieuw voor mij, afgezien van wat ik in mijn overige complementaire opleidingen al had geleerd. Onze blikken kruisten ook weleens uit ongeloof: kon dit waar zijn? Waarna wij de boeken indoken en artikelen gingen zoeken om meestal bevestigd te worden en inderdaad onderbouwing te vinden voor de uitspraken van de docenten.
Ik ben nog enthousiaster geworden over de orthomoleculaire geneeskunde. In het najaar ga ik de opleiding tot Orthomoleculair Kinderconsulent doen omdat mijn aandachtsgebied nu eenmaal kinderen is. Ik voel mijzelf een ander mens sinds ik anders ben gaan eten. Het voelt niet als een moeten of een last maar als een plezier omdat ik mij zo ging realiseren en vooral zo ging ervaren dat wat je in je lichaam stopt zorgt dat je je beter kunt voelen. Ik teken vaak het ‘waarom’ uit voor patiënten, hoe het werkt. Hoe wat wij eten uiteindelijk de bouwstenen vormt voor ons hele lichaam: onze cellen, kernen, membranen, hormonen (de stresshormonen, de geslachtshormonen), de neurotransmitters. Het is eigenlijk zo logisch. En het is zo’n mooie aanvulling, of is het basis, voor ons artsenwerk.
Maryse Duran
September 2017